donderdag 20 maart 2008

Maart in Menton

Dit jaar ben ik voor de 4e keer naar Menton gereisd om mee te doen aan het internationale tennistoernooi voor senioren.
Het is altijd een hele reis daar naar toe. Zo ging ik in 2004 met de bus van Benidorm naar Nice, omdat dat de enige gelegenheid was om er rechtstreeks vanuit hier te komen. De bus ging naar Boekarest en was eigenlijk een gewone stadsbus zonder enige voorzieningen, dus erg oncomfortabel. De chauffeur moest verplicht na iedere twee uur rijden een half uur pauze inlassen; het schoot dan ook niet echt op. In Barcelona kwam er een man naast me zitten,die een afstotende lichaamsgeur verspreidde en omdat er geen tussenleuning tussen de stoelen zat die lichamelijk contact verhinderde, zat ik de hele reis op de rand van mijn stoel en viel ik bij iedere hobbel in de weg bijna in het gangpad. Bij de grens met Frankrijk werden er een aantal illegalen uit de bus gehaald, die Frankrijk niet in mochten ,' pas des papiers', helaas waren de papieren van mijn buurman in orde. Het was een hele opluchting toen ik ' s nachts om 3.30 hrs de bus uit mocht, maar de vreugde was van korte duur. We werden uitgeladen voor het busstation( op een groot en verlaten plein ) dat door verbouwingen gesloten bleek te zijn en daar stonden we dan ,10 Chinezen ( die naar het bleek naar Ventimiglia moesten) en ik. Ik slaagde erin een bus aan te houden die uit de retraite kwam en vroeg aan de chauffeur hoe laat de bussen naar het treinstation gingen rijden. Om 6.00 hrs, zei hij. Ik liep voorop, gedwee gevolgd door de trits Chinezen, omdat ik haast wel zeker wist dat er ergens een taxistandplaats moest zijn. Die was er inderdaad, maar geen taxis. Eindelijk na een half uur verscheen er één. De Chinezen vonden dat ik die maar moest nemen en zo kwam ik uiteindelijk om 5.00 hrs aan in mijn hotel in Menton.
De volgende keren heb ik resp. gevlogen naar Nice via Amsterdam; gereden met de auto; en dit jaar nam ik de trein van Valencia naar Barcelona, de metro naar het vliegveld , het vliegtuig naar Nice en een taxi naar Menton. Een reis van 14 uur.
De volgende morgen bleek het te regenen , dus werd er niet getennist. Na drie dagen werd het droog en konden we beginnen aan het programma, maar door de opgelopen achterstand in de schema's werden er onderdelen geschrapt.
Het was leuk veel bekende tennisers van vorige toernooien weer tegen te komen en bij te praten over onze successen of nederlagen uit het afgelopen seizoen. Op de oefenbaan was het een komen en gaan van de beste tennisspelers ter wereld, maar hoewel ik daar behoorlijk kan meekomen, kom ik tijdens de wedstrijd toch nog tekort in de singles. Ik was al blij, dat ik net zoals vorig jaar de kwart-finale haalde, maar tegen de wereldkampioen doe ik niet veel. In de damesdubbel ging het beter, maar helaas waren ook hier, in de halve finale onze tegenstanders de wereldkampioenen.
Een goede ervaring rijker, na een week, naar vrienden gegaan die een "Mas" bezitten , die ze omgebouwd hebben tot hotel, conferentieoord en restaurant. Ik viel met mijn neus in de boter, want in het hotel zaten 30 Engelse rugbyers en kwamen 's avonds 28 Fransen dineren : een verjaardagspartijtje voor de vrouw van de burgemeester uit het dorp.
Toen ik aankwam was mijn vriendin bezig de kamers schoon te maken en stond haar man in de keuken te koken. Om toch maar het beste van mijn verblijf te maken stelde ik voor die avond mee te werken in de bediening. Ik kreeg een T-shirt, met het hotellogo erop geborduurd, en een bedieningsschort aan, zo'n ding dat op je schoenen hangt.
Dolle pret, dat heen en weer slepen met drankjes, glazen, borden,voedsel ,noem maar op, met natuurlijk je vriendelijkste gezicht. Ik waande me weer even in de eerste klas van een vliegtuig, het enige verschil was, dat we daar geen entertainer bij de hand hadden gehad om de passagiers te vermaken. Om 00.30 uur kwamen de rugbyers uit de kroeg, ze waren behoorlijk dronken en beneden in de tuin werd de bar voor ze geopend. Toen ik uit het raam keek, zag ik dat ze hun broek hadden laten zakken en van plan waren er een zooitje van te maken. Na een tijdje kregen ze ruzie, maar dat kon gesust worden. Leuk zo'n hotel.
Tijdens het dineetje waren twee jongens binnengelopen, die beweerden bevriend te zijn met de kinderen van de jarige. Ze gedroegen zich heel beleefd maar toch was het vreemd, omdat de gasten zelf hun kinderen hadden thuis gelaten. Toen ze op een ogenblik verdwenen waren en gesignaleerd werden terwijl ze om het huis heen liepen, grepen we ze in de kraag en confronteerden we hen met de jarige burgemeestersvrouw, die ze natuurlijk niet bleek te kennen. Ze werden de poort uitgezet met enige dreigementen aan hun adres , maar verontrustend is het wel dat het zo eenvoudig is om zomaar ergens binnen te kunnen lopen.
Om 03.30 uur waren we klaar met opruimen en afwassen en zaten we voor de open haard nog wat na te praten en een glaasje champagne te drinken.
Mijn vrienden moesten alweer om 08.30 opstaan om het ontbijtbuffet klaar te maken voor de rugbyers. Ik kon nog een paar uur in bed blijven liggen, maar de mannen gingen onder mijn raam luid zitten praten, zodat van slapen niet veel meer kwam.
Wat ben ik blij, dat ik van het onzalige idee heb afgezien ooit een hotel of restaurant te openen.
De terugreis ging in twee etappes, omdat mijn vliegtuig om 23.30 hrs in Barcelona aankwam. Ik had een kamer gereserveerd in een onpersoonlijk Airport Hotel, wèl had het 4 sterren en was het heel comfortabel. De volgende dag met de metro naar het Sants station gereisd alwaar de trein vertrok naar Valencia. Het viel me op hoe lelijk en onverzorgd de bermen langs de spoorlijn waren. Veel bouwafval, rondzwervend vuil en onkruid. Het verschil met de Riviera was schrijnend. Waarom kunnen de Fransen wèl prachtige schone straten met overal goedverzorgde bloem -bakken en -perkjes opleveren en maken de Spanjaarden er zo'n ongelofelijke 'klerezooi' ( excusez le mot) van. Op het 400 kilometer traject is er nog maar een klein gedeelte onbebouwd en wilde natuur, nl. tussen Tarragona en Castellón. De rest is bedorven door lelijke appartementenblokken langs de kust, een atoomcentrale bij de monding van de Ebro, en bij ieder stad, dorp of gehucht industrieterreinen, die aan de schoonheid van het landschap afbreuk doen.
In Valencia was het bij aankomst een enorme chaos. De feesten van San José waren in volle gang en het station was voor alle verkeer afgesloten. Mijn man had zich moedig in de stad begeven om me af te halen, maar had de auto achter moeten laten, een half uur lopen van het station vandaan. Er stond een enorme rij mensen op een taxi te wachten ,waar wij ons bij aansloten. In de tussentijd zagen we de hoempa-orkesten voorbij komen ( meestal spelen ze "Valencia...") gevolgd door optochten vrouwen en meisjes in fraaie klederdrachten, die mandjes bloemen bij zich droegen om te offeren aan het beeld van de Maagd Maria , die bij de grote kathedraal stond opgesteld. Enorme harde knallen verlevendigden de atmosfeer. Op weg naar onze auto zagen we op de pleinen, de enorme papier-maché beelden , de zgn. Fallas, staan, die een satire uitbeelden op actuele ( politieke) situaties. Op San José ( 19 maart) worden ze 's nachts in brand gestoken onder veel vuurwerk en geknal : hèt Spaanse idee hoe een goed feest gevierd behoort te worden.
Twee dagen later, nauwelijks bijgekomen van mijn Franse avonturen, stond ik alweer op de tennisbaan om in de competitie te spelen .

Geen opmerkingen: