donderdag 24 februari 2011

Een wandeling in de campo
























Het is eigenlijk verbazingwekkend hoe snel je went aan een omgeving. Zo vind ik het, als Nederlandse, tegenwoordig heel normaal om overal om me heen boomgaarden te zien waar citrusvruchten, amandelen, olijven, johannesbrood, loquat, vijgen en kaki's groeien, afgewisseld door vele verschillende soorten cacteeën en palmen.
Door een kleine operatieve ingreep mag ik twee weken niet tennissen of andere sporten doen, behalve wandelen. Dus pakte ik mijn camera en trok erop uit, ons laantje af. Waar ik anders achteloos aan voorbij ga, probeerde ik nu te bezien door de ogen van iemand die uit het noorden van Europa komt.
Ik woon in een landelijke buurt, waar ieder huis omringd wordt door een flinke lap grond, waarop groenten en fruit verbouwd worden. De bewoners verblijven vaak in de winter in Pedreguer en in de zomermaanden logeren ze in hun huisje op de' campo', zoals ze hier het platteland noemen. Op het land telen ze tuinbonen, uien, erwten, uien, tomaten, pompoenen en kardoen. De laatste plant lijkt een beetje op een artisjok, alleen worden hier de stengels gegeten en niet de blaadjes van de vrucht.
























kardoen

Langs de tuinpaden staan rozen en over de pergola's groeien druiven. In een hok, of aan een ketting waken honden. Overal waar ik langs kom word ik dan ook verwelkomd door dreigend geblaf.
Ik passeer akkers, sinaasappelbomen, palmen en in de vallei bloeien de laatste amandelbomen; een prachtig gezicht zoals ze afsteken tegen het blauw/grijze decor van de bergen aan de horizon. Een idyllisch plaatje en ik geniet. Dan zie ik voor mij, tussen de bomen door, iets waar ik ik altijd door verstoord raak: een urbanisatie op de berg Monte Solana.



















Monte Solana

Toen wij hier vanuit Mallorca, nu al weer bijna 13 jaar geleden, kwamen wonen stonden daar moderne, los van elkaar staande, villa's meestal bewoond door Duitsers. Die zijn namelijk dol op het woordje 'zeezicht' en inderdaad, vanaf de berg is in de verte een streepje blauw te zien. Omdat de helling behoorlijk steil is, worden die bouwsels op grote betonnen bakken gezet, die van onderen af gezien op enorm lelijke witte puisten lijken. In onze tuin wordt het zicht op de urbanisatie weggenomen door hoge bomen, maar dat wil nog niet zeggen dat het dan ook niet bestaat. Nu ik er weer eens onder stond zag ik dat ze tussen die villa's blokken schakelwoningen hebben gebouwd. Echt, ik gun iedereen een plekje in de zon, maar wat vind ik het aangezicht van die betonblokken een enorme afknapper! Ik moet er niet aan denken te moeten wonen in zo'n fantasie- en sfeerloze verzameling cement. Geen winkels, bars of restaurants te bekennen waar je elkaar zou kunnen ontmoeten; trouwens in het dorp beneden leven de mensen nog steeds alsof die duizenden nieuwe inwoners helemaal niet bestaan.
Peinzend liep ik terug naar huis. Tussen twee dicht op elkaar staande huizen begint ons weggetje. net breed genoeg om één auto door te laten, nog een overblijfsel uit het boerenkarrentijdperk. Boven me hangen de telefoonlijnen die elkaar volkomen planningloos kruisen. Aan de elektriciteitsmeterkastjes hangen vaak de deurtjes open, wat me niet geheel ongevaarlijk lijkt. Tegenover het Duitse protserige roze huis met de klassieke pilaren staan vuilnisbakken met daarnaast de gebruikelijke afgedankte ijskasten, televisies, kapotte bankstellen en matrassen.Vaak komen de mensen uit een ander dorp om het daar te deponeren, zodat niemand hen herkent. Ik zie ook wel eens kleine vrachtauto's stoppen om clandestien hun bouwafval te storten.
Jammer maar waar. Een mooie foto-reportage met zwerfvuil erop zou ik iedere dag kunnen maken, maar daar doe ik maar weinig mensen een plezier mee, denk ik.
Bovendien... de zon schijnt, de vogeltjes zingen en hier en daar fladdert al een vlinder rond.
De lente is begonnen !

zondag 20 februari 2011

Zeezicht met boortorens

Vaak realiseer ik me dat het wel erg makkelijk is om vanuit je comfortabele leunstoel kritiek te leveren op politieke beslissingen, die vaak genomen moeten ( ?) worden terwijl er onder de burgers geen enkel draagvlak voor is.
Zelf maak ik me al jaren druk over de milieuvervuiling, zoals de toename van de pollutie in de lucht ( Madrid en Barcelona hebben de meest vervuilde lucht van alle steden in Europa,) het water, zicht en geluid. Hoeveel demonstraties tegen de aanleg van snelwegen door natuurgebieden, het installeren van kernraketten, het uitbreiden van kerncentrales, het opnieuw opstarten van kolenmijnen, het bouwen van windmolens en boorplatforms in de zee, het boren naar gas, etcetera, zijn er al wel niet tijdens mijn leven geweest ? Voor één week geeft het aan de demonstranten misschien het idee dat men iets positiefs heeft kunnen bijdragen aan de besluitvorming. Dat de regering daarna een besluit neemt dat geheel indruist tegen de wil van de actievoerders, is ondertussen geheel normaal geworden.
Eén van de oorzaken van de tegenstrijdige belangen is, denk ik, de combinatie van : 1e) toename van welvaart en 2e) de explosieve groei van de wereldbevolking. In mijn tijd ( o, o, ik lijk mijn grootouders wel) liepen we overal naar toe of gingen op de fiets. Als het erg ver was, of als het regende of sneeuwde, met de bus. Nu moet ieder kind naar school gebracht en gehaald worden met de auto, het liefst nog een SUV, en als ze 16 jaar oud zijn krijgen ze een eigen auto. Op vakanties gingen we in eigen land naar de speeltuin of naar het lokale zwembad of strand. Nu moet iedereen een paar keer per jaar met het vliegtuig, een weekendje naar Valencia, een paar dagen de sfeer opsnuiven van Marrakech, winkelen in Milaan, of snowboarden in de Franse Alpen. Het is bijna nog goedkoper om naar Miami of Singapore te vliegen, dan eerste klas per trein te reizen van Amsterdam naar Groningen en weer terug.
Zelf weet ik al niet meer waar ik heen moet om zuivere lucht te kunnen inademen of echte stilte te horen. Ik droom van een uitzicht waar geen lelijke urbanisaties of industrieterreinen mijn uitzicht komen bederven, waar er geen disco's zijn die mijn nachtrust verstoren of een plek waar je niet altijd dag-en -nacht op snelwegen-racende auto's hoort. Er schijnen nog ergens in de uithoeken van de Stille Zuidzee eilandjes te bestaan die nog niet ontdekt zijn omdat ze te afgelegen liggen, maar voor hoe lang nog ?
De gevolgen van al die verplaatsingen en het toenemende verbruik van energie zijn niet moeilijk te raden. In plaats van naar oplossingen te zoeken die het gebruik ervan terugdringen, wordt er naarstig gezocht naar nieuwe olie- en gasbronnen.
Ik kom hierop omdat ik onlangs in de lokale krant een artikel las, dat het Ministerie van Milieu van de autonome deelregering van Valencia van plan is toestemming te geven aan een multinational 'Cairn Energy', die gezeteld is in Edinburgh, om aan de Costa Blanca tussen Valencia en Gandía naar petroleum te gaan boren. De boortorens zullen 110 meter hoog zijn en 4 kilometer uit de kust liggen. Dat wil zeggen dat ze zelfs vanuit Denia te zien zullen zijn. Behalve dat er één pal voor het natuurgebied Albufera komt te liggen, wat grote consequenties zal hebben voor het ecosysteem van het hele gebied, zal het ook grote invloed hebben op de verkoop van de huizen die op de berghellingen zijn gebouwd. Het bordje van de makelaar : 'uitzicht op zee' ( al is het slechts een blauw streepje in de verte), zal toch door een inventievere tekst moeten worden vervangen.























Hoe het was en hoe het zal worden.. Arme zeehond, hij weet niet wat hij ziet !!

Welke windmolens zijn mooier ? Welk zeezicht zien we liever ?
Kunnen we nog kiezen of zijn we 'the point of no return' allang voorbij ?