Mijn goede vriendin Pamela nodigde ons uit om samen met een paar vrienden de lunch te gaan gebruiken in restaurant Casa Manolo in Senija, een klein dorpje in de Jalón Vallei. Na gegoogled te hebben kwam ik erachter dat het restaurant al 3 generaties lang in handen was geweest van de familie van Manolo, maar als ik dacht dat ik nu van de beroemde specialiteit van het huis: de "pelotas" zou gaan genieten, kwam ik bedrogen uit ! Manolo en zijn vrouw serveren deze specialiteit, sinds kort, bij de tennisclub van Calpe. Dat is wel een hele andere ambiance. Moet ik dus toch weer in de competitie gaan tennissen om te weten te komen hoe lekker die pelotas eigenlijk wel zijn.
Enfin in "hun" restaurant staat nu de Engelse Neal in de keuken en zijn vrouw June treedt op als gastvrouw. Zij waren al bij ons bekend omdat ze, enige jaren geleden, een restaurant "La Tenería", hadden gerund vlakbij ons in Pedreguer.
Toen we binnenkwamen brandde het openhaardvuur, waar we even, met een glaasje cava in de hand, voor gingen staan om op te warmen, want buiten stond een koude wind. Er stonden wel radiatoren tegen de muren, die echter niet werkten, dus het vuurtje werd niet voor niets gestookt. Het nadeel was, dat zodra de afzuigkap in de keuken werd aangezet, het vuur gedoofd moest worden. Ach ja, dit blijft Spanje.
Het menu kwam me bekend voor, kennelijk heeft de kok een beperkt repertoire.
De zondagslunch is eigenlijk voornamelijk gericht op de Engelse clientèle: roastbeef met 3 veg. en Yorkshire Pudding en roastpotatoes. Op zichzelf niet slecht, als je Engelsman bent dan, neem ik aan. Gelukkig zat tussen de Engelsen ook een groep jonge Spanjaarden.
We moesten wel lachen om de groente die apart bij onze hoofdgerechten werd geserveerd : voor ieder 1 spruitje,1 broccoliroosje, en 1 plakje wortel !!! Nou ja, zware economische tijden zullen we maar denken. Op het voorgerecht en nagerecht was echter niets aan te merken. Heerlijke avocado met gerookte zalm en voor mij chocoladetaart toe. Een speciaal zondagmiddag-menu kost € 17,- inclusief een halve fles huiswijn per persoon.
Bij de koffie kregen we kleine glaasjes met de traditionele zoete Mistela wijn (in Jalón geproduceerd.) Heel aardig , maar ik houd niet zo van zoete wijn. Ik dacht met heimwee terug aan de Mallorquinse Hierbas, de sterke kruidenbrandewijn. Vaak zette de restauranteigenaar de hele fles bij ons op tafel, zodat we vrijelijk konden bij schenken.
Toen we wegreden zagen we de kerktoren uitsteken boven de bloeiende amandelbomen.
Eigenlijk vond ik het jammer dat we niet bij de echte Manolo hadden gegeten, dan was het Spaanse plaatje perfect geweest. Ik moet er maar in berusten : we zitten nu in Europa, dus eten we Grieks in Nederland, Italiaans in Duitsland en Engels in Spanje. So be it.