Gisteren hadden we met een kennis afgesproken om samen uit lunchen te gaan, ze moest echter afzeggen omdat ze druiven moest plukken. Ze maakt waarschijnlijk deel uit van een wijncoöperatie waarbij de leden zelf de druiven plukken en verwerken. Haar verhaal deed me in ieder geval denken aan de Wine Club die we een aantal jaren geleden regelmatig bezochten als we door vrienden uitgenodigd werden met hen paella te gaan eten bij Maserof in de Bernia. Daar kon niet iedereen naar toe : alleen leden van de 'Wine Club' met hun vrienden waren daar welkom. Iedereen zei dat het een hele unieke ervaring was die je zeker niet mocht missen. Hier is hoe het systeem werkt : om lid te kunnen worden koop je voor 5 jaar 10 ( minimaal) wijnstokken voor € 500. Iedere wijnstok levert 2 flessen wijn per jaar op, dus het levert 5 x 20 flessen wijn op. In ruil daarvoor word je wel geacht mee te helpen met het oogsten van de druiven, die daarna ouderwets in kuipen, met de blote voeten (bij kaarslicht want elektriciteit is er niet) worden getreden om vervolgens te worden geperst met een hele oude, moeilijk te hanteren, wijnpers ! Feest !? Nou ja, er zitten tenminste geen chemische toevoegingen in die wijn.
Maserof was een grote vervallen boerderij, die door een Engelsman in de zeventiger jaren opgekocht was. Van binnen zag het eruit zoals het er bij Miss Havisham moet hebben uitgezien ( zoals door Dickens beschreven in zijn roman 'Great expectations' .) Overal spinnenwebben, wrakkig meubilair en antieke voorwerpen, die echter door het kaarslicht nauwelijks te onderscheiden waren. Op zondag verzamelden de leden zich aan de wankele tafels, banken en stoelen en genoten van de reuzenpaella, die door de Spaanse vrouw en de dochter van Peter, want zo heette hij, op een houtvuurtje bereid werd.
Op alle tafels stonden karaffen in alle soorten en maten gevuld met zijn, door de leden vervaardigde, wijn die echter behoorlijk koppig was. Nadat de koffie met cake was rondgedeeld kwam Peter voor zijn gasten staan en begon, met een glas in de hand allerlei anekdotes te vertellen over de tijd dat hij in Canada houthakker was of toen hij in antiek handelde en natuurlijk over zijn wijnmakerskennis. Dat wisselde hij af door moppen te tappen of om Engelse volksliedjes te zingen, die zijn landgenoten uit volle borst meezongen. Dat werkte aanstekelijk op de overige aanwezige nationaliteiten. Trouwens na een aantal glazen van die wijn was de menigte sowieso teut en de één na de ander stond op om een bekend deuntje uit zijn land voor te galmen. Wij Nederlanders moesten, op aanvraag, 'Tulpen uit Amsterdam' ten gehore brengen, want dat kende iedereen wel ! Kortom het werd altijd een dolle boel zeker als iemand, door de drank beneveld, op dat moment besloot om ook 'sócio' van de Wine Club te worden. Dan haalde Peter een roestig zwaard tevoorschijn en sloeg zijn kersverse wijnarbeider daarmee op beide schouders terwijl hij de gelukkige een eed liet herhalen, waarin die trouw moest beloven aan de wetten van het maken van de zuivere en unieke Maserof wijn. Meesterlijk !
Ik las in de krant dat Peter onlangs is overleden en zijn Maserof al een tijdje geleden is opgeknapt en gedeeltelijk omgetoverd tot Farm House Museum, dat door zijn familie wordt beheerd. De Wine Club en de etentjes zijn er nog steeds, maar of het hetzelfde is zonder hem ?
Misschien moeten we maar weer eens gaan kijken !