zaterdag 10 mei 2008

Rozenfeest


Om deze tijd van het jaar staan de vele verschillende soorten rozen in onze tuin in bloei.

De roos is mijn favoriete bloem, sinds ik, toen ik nog een klein meisje was, die voor het eerst opmerkte in een haag van de buren. Ik herinner me nog de geur en de kleur van de bloemen; de bewolkte lucht en mijn ver- en be-wondering op dat allang vervlogen moment, alsof het de dag van gisteren was. Welke roos het is geweest die zo'n indruk op me maakte weet ik niet, maar ik heb er jarenlang naar gezocht en ik ben tenslotte tot de conclusie gekomen dat het een variant van de 'New Dawn' moet zijn geweest, een roos, die een haast onwaarneembare geur verspreidt en een tere, schelproze kleur bezit.

Al jaren verzamel ik rozen en heb zelfs enige met succes gestekt. Het belangrijkste van rozen, en eigenlijk van alle bloemen , vind ik, dat ze moeten geuren. Het hoeft niet zo'n sterke lucht te zijn als die, die de jasmijn, datura's of lelies verspreiden , maar rozen zonder geur zijn misschien wel mooi om naar te kijken, maar dat vormt maar de helft van hun charisma.

Met bewondering kijk ik in mijn vele tuinboeken naar de ontwerpen van groententuinen, kruidentuinen, boomgaarden, Japanse tuinen, noem maar op. Ik word gefascineerd door de ideeën die ze me geven over, hoe onze 3000 m² eruit zouden kunnen zien . Tegelijkertijd besef ik ook, dat de plaatjes in die boeken er zo mooi uitzien, omdat er in de getoonde tuinen een hele reeks tuinlieden aan het werk zijn, waar ik in mijn eentje niet tegen op kan , en dat fotografen alleen maar selectieve plaatjes publiceren.

Soms denk ik met weemoed terug aan de tijd, dat ik regelmatig in Japan kwam en daar de tuinlieden bezig zag, die in traditionele kleding en hagelwitte handschoenen aan, de azaleastruiken snoeiden met een 'nagelschaartje'. Bovendien werd ieder individueel blaadje van de paden geraapt en de vijvers, waarin de kleurrijke Koi rondzwommen, met stille concentratie verzorgd.
Dat is één van de manieren om de natuur op een esthetische manier te bedwingen. Een andere is de Engelse manier, waarin de grond verdeeld wordt in 'tuinkamers.' Maar wat je ook doet, je krijgt altijd te maken met een natuur, die zijn eigen wetten kent en als je niet je tuin vol onkruid wilt hebben staan of ongewenste dieren hun gang wilt laten gaan, zoals een paar jaar geleden een echte slakken-invasie die mijn kruiden en pas gezaaide plantjes opvraten, dan moet je een list verzinnen. Met gif wil ik niet werken, dus zet ik, zoveel mogelijk, planten en struiken bij elkaar, die elkaar wederzijds tegen plagen beschermen. Dat is een heel uitgezoek. Dan moet je nog rekening houden met uitputting van de grond, zodat je ieder jaar de groenten, kruiden en bloemen op een andere plaats moet zaaien en planten en als je dan ook nog de maankalender in de gaten wilt houden, is het allemaal nog helemaal niet zo eenvoudig.

Als ik mijn tuin boven al mijn activiteiten prioriteit zou geven , zou ik 8 uur per dag erin moeten werken om in de buurt te kunnen komen van de perfectie, die ik ambieer. Op dit tijdstip van mijn leven heb ik nog teveel andere interesses, dus kijk ik, in plaats van in de tuin te werken, naar plaatjes in boeken, en droom weg bij alle mogelijkheden, die er worden getoond.

Één van de mooiste van de vele tuinboeken die ik bezit, vind ik die van, de Amerikaanse, Martha Stewart .
Ik zag haar voor het eerst op de TV, zo'n 13 jaar geleden, toen ik op bezoek was bij vrienden in New York, en was onder de indruk van haar tips op het gebied van binnenhuisarchitectuur, koken en tuinieren. Haar boek over de tuinen rond haar eigen buitenhuis in Westport, Connecticut: "Martha Stewart's Gardening Month by Month " is een lust voor het oog . Je ziet haar daarin met de laarzen en tuinhandschoenen aan, in ieder seizoen wroeten in de bodem, alsof ze alle tijd van de wereld heeft. Ik denk, dat in de realiteit, haar tuinarchitecten en tuinlieden het werk doen, terwijl zij zich wijdt aan haar zakenimperium, maar fraai ziet het er allemaal wel uit. Haar ontwerp voor de rozenbogenlaan is prachtig en ik zou die best willen kopiëren, want rozen gedijen hier goed , misschien komt het er nog eens van.

De laatste dagen hebben de rozen echter geleden onder de slechte weersomstandigheden. In Nederland is het nu prachtig weer en als het daar mooi is, is het hier, in Spanje, slecht ( en andersom.) Al drie dagen hebben we last van Gota Fría-achtige regens, onweer, hagel en lage temperaturen. De bloemen hangen er treurig bij, helemaal doordrenkt als ze zijn door het water. De baby-zwaluwtjes worden door hun moeder warm gehouden ( als dat maar goed gaat,) en wij hebben de centrale verwarming maar weer aangestoken.




Posted by Picasa

zondag 4 mei 2008

Juana la Loca

Op een weblog van een mij onbekende Belgische, kwam ik deze opdracht tegen : Kijk in het eerste boek waar je oog op valt in jouw boekenkast, lees op blz. 123 de eerste drie regels na regel 5, en schrijf daar een stukje bij. Ik dacht: " Hé, dat vind ik interessant, ik ga zoeken naar een boek, dat met Spanje te maken heeft." En dit was wat ik vond in het boek van Johan Brouwer : 'Johanna de Waanzinnige.' ( 1940 )
Haar rondzwerven met het lijk van haar man had het volk als een wanhopige daad van een ontroostbaar gemoed gezien. Passionele excessen zijn het volk niet vreemd. Het weet dat die hartstochtelijke uitingen afnemen naarmate de gevoelsstormen luwen, en dat het tijdelijke verduisterde verstand weer tot bezinning komt wanneer het hart rustig wordt.
Johanna, de dochter van Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië ( Los Reyes Católicos) reed met haar gevolg door Spanje naar haar landgoed. In zoverre was dat normaal in 1507, maar wat niet normaal was, was, dat ze haar man ( Philips van Bourgondië, bijgenaamd : 'de Schone' ) bij zich had, die al enkele maanden daarvoor overleden was. Overdag verbleef ze in kloosters en liet ze missen voor hem opvoeren, in de hoop hem zo weer tot leven te kunnen wekken, en 's nachts reisde ze. Soms wilde ze stoppen en dan moesten de bedienden het stoffelijk overschot uit zijn kist halen en dan praatte ze met hem, terwijl ze hem streelde en kuste. De stille nacht, het toortslicht dat soms door de wind werd uitgeblazen; het was een spookachtige vertoning.
Tijdens hun huwelijk was Philips zelden thuis geweest en had hij haar verwaarloosd. als hij er wel was. Er waren tenslotte nog zoveel meer vrouwen op deze wereld, dan die ene, die om dynastieke redenen, zijn vrouw en moeder van de toekomstige koningen en keizers van Europa moest worden.
Ondanks het feit, dat hun huwelijk 'gearrangeerd ' was, was Johanna ècht dol op haar man en, naar wat boze geesten vermelden, probeerde ze hem wanhopig ,tijdens zijn leven, aan zich te binden. Dat was haar nooit gelukt. Echter, nu hij gestorven was, kon ze met hem doen wat ze wilde. Was ze waanzinnig of is het begrijpelijk, dat, als je iemand verliest waar je zielsveel van houdt, het moment van afscheid nemen zolang mogelijk probeert uit te stellen ? Of zelfs tegen beter weten in hoopt, dat er sprake is van een vergissing en dat hij/zij plotseling de ogen opent en zal herrijzen uit de dood ? Wat zouden vele mensen doen die hetzelfde meemaken, als de wetten het hen niet verhinderden de overledene langer bij zich te houden dan de toegestane paar dagen ?
Op Mallorca hadden we een buurman, die na 40 jaar huwelijk plotseling zijn vrouw verloor door een hartaanval. Omdat het in Venezuela gebeurde, moest het stoffelijk overschot binnen 24 uur begraven of gecremeerd worden. Hij koos voor het laatste, zodat het gemakkelijker zou zijn haar mee terug, in het vliegtuig, naar Europa te nemen. Hij smokkelde de urn met haar as door de douane en maakte in zijn tuin, bij de achterdeur, een graf voor haar, wat officieel verboden is. Iedere avond, voordat hij ging slapen, ging hij onder het maan- en sterrenlicht, met een drankje naast haar grafsteen zitten en sprak dan met haar over alles wat hem die dag overkomen was. Was hij waanzinnig ?
Misschien draagt iedereen wel een geliefde persoon diep binnen in zich mee die, op onverwachte momenten, of 's nachts, in onze gedachten tevoorschijn komt en waar we dan mee communiceren door ons scènes, van lang geleden, weer voor de geest te halen , om na te spelen en er misschien wel een andere wending aan te geven. Of dingen aan te wijzen en ons dan verbeelden, dat de ander dat ook kan zien, zodat het lege gevoel, al is het maar voor een ogenblik, opgeheven wordt.
Johanna werd later het slachtoffer van hof-intriges en zou haar hele verdere leven opgesloten gehouden worden in het afgelegen kasteel van Tordesillas. Haar vader heeft ervoor gezorgd, dat ze nooit Koningin Johanna zou worden. Na zijn dood volgde haar zoon Karel V ( in Spanje,Carlos I ) hem op. Als kleinzoon van de koningen Isabella en Ferdinand van Spanje ( en de overzeese gebieden,) en de Habsburgse keizer Maximiliaan van Oostenrijk en de Lage Landen, zou hij regeren over een keizerrijk, waar de zon nooit onderging.
Posted by Picasa

zaterdag 3 mei 2008

Floppi en Mützi




















Totdat we hier 10 jaar geleden kwamen wonen, waren we er in geslaagd ieder zielig diertje dat we tegenkwamen, niet te adopteren. Maar waar het aan gelegen heeft weet ik niet, maar toen Floppi, als een zes weken oud hoopje ellende, huilend om zijn moeder, onze tuin binnenliep en tussen de spinnenwebben ging liggen in het uiterste hoekje van één van de garages en ik in zijn bruine oogjes keek, was het met me gebeurd. "Het is het noodlot, " dacht ik. Gelukkig was Wim het met me eens, toen ik zei, dat we wel aan een hondje toe waren. En zo werden we de eigenaren van een Jack Russell-achtige hond, met Welsh Gorkis en Keeshonden onder zijn voorvaderen, al hadden we geen idee hoe we met honden om moesten gaan. Meteen onze vriend op Mallorca gebeld, die alle dieren redde, die hij tegenkwam: egeltjes werden gevoerd met gehaktballetjes, duiven reden mee op de beugel van zijn open jeep en vele katten lagen overal op zijn meubilair te mediteren. Hij had één hond, Archibald genaamd, die hij gevonden had in de besneeuwde berm van de weg naar de Puig Major ( de hoogste berg op Mallorca.) Wij moesten hem melk geven, zei hij, en of hij een grote of kleine hond was ? Geen idee. Tussen zijn wollige vacht zagen we de vlooien lopen en hij zat onder dat vervelende onkruid, dat blijft vastplakken of weerhaakjes heeft. 's Avonds wilde hij niet alleen gelaten worden en dom als wij waren, namen wij hem mee naar de slaapkamer. Pas jaren later, toen we een andere hond, Pablo Podenco, adopteerden, konden we weer zonder hond, die de hele nacht van bed naar mand en mand op bed sprong, slapen.
Na een bezoek aan de dierenarts, die hem gezond verklaarde, en de aanschaf van hondenvoer, konden we beginnen met het opvoeden en zindelijk maken. Vele boeken daarover aangeschaft en gelezen, zodat we konden ontdekken, wat we allemaal fout gedaan hadden. Ook vond ik het heel vervelend, dat als honden 'naar de WC' moeten of moeten overgeven, ze dat bij voorkeur doen op het witte wollen kleed onder de vleugel. Kennelijk voor honden een hele aantrekkelijke badkamer. En dan het knagen aan deuren, traptreden en stoelspijlen...mens, praat me er niet van.
Het is waarschijnlijk net als met kinderen opvoeden : op de eerste wordt geëxperimenteerd, maar met iedere volgende, wordt het gemakkelijker. Zo verliep de opvoeding van Pablo heel wat vlotter en toen we vorig jaar Mützi uit het asiel haalden, als speelkameraadje voor Floppi, die na Pablo's dood weer bij ons in de slaapkamer sliep, was het een fluitje van een cent.
Mützi is een speciaal geval, omdat hij anderhalf jaar in het asiel had gezeten en wij de vierde eigenaren waren. Hij was eigenlijk 'onplaatsbaar' , vonden de verzorgers in het asiel, maar wij wilden het wel proberen. Ik herinnerde me, dat ze, aan een vriendin van ons, Mützi hadden willen verkopen als een teckel, maar zij vond hem een afschuwelijk mormel, en was verontwaardigd, want al heeft hij korte, kromme, stevige pootjes lijkt zijn lichaam meer op die van een Welsh Gorki, maar de kop ...? We vroegen ons af, wat het probleem was waarom de vorige eigenaren hem niet konden handhaven. Wat wel bij meer honden het geval is, bleek, dat hij agressief werd als je in de buurt van zijn eten kwam. Bovendien at hij ook Floppi 's voer op, die dat overigens allemaal best vond. Sinds we hem gescheiden te eten geven en hem met rust laten, is er niets meer aan de hand. We kunnen tegenwoordig wèl zijn eten weghalen, al bromt hij dan een beetje.
Maar het leukste is, dat hij van een stil, wantrouwig beestje, nu blij en gelukkig is en iedere dag vrolijk in de tuin rent en met Floppi speelt. Hij komt ook regelmatig even langs om een aai of knuffel te geven of te ontvangen en ligt het liefste de hele dag buiten om huis en tuin te bewaken.

Posted by Picasa